Maatschappelijke sectoren onder druk door personeelstekort: hoe keren we het tij?

Sonia Sjollema, NSvP portretfoto

"We moeten beter luisteren naar de kritische geluiden van professionals in deze sectoren"

Maatschappelijke sectoren als zorg, onderwijs, veiligheid en kinderopvang zijn essentieel voor de kwaliteit van onze samenleving en bieden mooie kansen om betekenisvol werk te doen. Toch hebben juist deze sectoren te maken met grote uitdagingen in het werven en behouden van personeel. In dit artikel vertelt NSvP-directeur Sonia Sjollema wat er in haar ogen misgaat en hoe het anders kan én moet.

Maatschappelijke sectoren dragen bij aan de gezondheid en het welzijn van burgers, de concurrentiekracht van onze economie en de veiligheid en gerechtigheid van onze samenleving. “De kwaliteit en toegankelijkheid van deze sectoren zijn van groot belang voor een goed functionerende maatschappij en de ontwikkeling van brede welvaart”, aldus Sjollema, directeur van de NSvP. Het is dus bijzonder zorgelijk dat de maatschappelijke sectoren in ons land te maken hebben met grote uitdagingen in het aantrekken en behouden van personeel. 

Hoewel de coronacrisis die arbeidsmarktproblemen meer aan het licht heeft gebracht en uitvergroot, speelt dit vraagstuk al veel langer. Als gevolg van de vergrijzing zal de problematiek de komende decennia waarschijnlijk nóg urgenter worden. Want terwijl de omvang van de werkzame bevolking terugloopt, stijgt het aandeel ouderen in de bevolking. Dit zal met name in de zorg leiden tot extra behoefte aan personeel. Om de tekorten in de maatschappelijke sectoren aan te pakken, is het noodzakelijk dat er meer werkenden instromen. Er wordt nu geëxperimenteerd met voltijdbonussen om het aantal gewerkte uren van parttimers uit te breiden. Maar volgens Sjollema werken dergelijke oplossingen alleen als het ook lukt om professionals voor de langere duur voor deze sectoren te behouden. Sjollema stelt dat het daarom hard nodig is om beter te luisteren naar de kritische geluiden van professionals in deze sectoren.
 

Een doorgeslagen vorm van controledrang en 'fabrieksmatige' outputsturing zorgt voor vertrek van gemotiveerde professionals. 

 

Werken in algemeen belang

Volgens Sjollema is er sprake van een vreemde paradox. Nederlanders zijn ‘bovengemiddeld bereid’ om in hun werk (of zelfs naast hun werk) kennis, inzet en energie te investeren in het algemeen belang. Denk aan sportverenigingen die draaien op vrijwilligers en de vele maatjesprojecten die ons land telt. En toen de coronapandemie uitbrak meldden vele mensen zich spontaan aan als zorgreservist. “Veel mensen voelen zich aangetrokken tot werken voor het algemeen belang. De directe menselijke relaties die frontliniewerkers of mensen in cruciale beroepen ervaren, draagt bij aan zingeving en voldoening en staat vaak in contrast met kantoorwerk met lange dagen achter computerschermen en zoommeetings”, licht de NSvP-directeur toe. Maar terwijl mensen er dus veel voldoening uithalen, is er tegelijkertijd veel onvrede in deze sectoren – en dat gaat vooral over de manier waarop het werk georganiseerd wordt. 

Redenen voor uitstroom

Nu de aandacht gericht is op het goed functioneren van de publieke sector, is het van belang kritisch te kijken naar werkmotivatie en de redenen waarom professionals de sector (dreigen te) verlaten. En dat gaat verder dan de extreem hoge werkdruk. Sjollema: “Een veel gehoorde reden is een doorgeslagen vorm van controledrang en overregulering. Er wordt volgens de betrokkenen te veel gestuurd op output en efficiency. De gedachte is dat tegenover elke uitgave een meetbare opbrengst moet staan.” En dat is juist in maatschappelijke sectoren vaak lastig, omdat doelen niet eenduidig zijn en menselijke vraagstukken per persoon verschillen. Met meetsystemen zijn maar een beperkt aantal doelen te meten en vaak wordt gekozen voor gegevens die makkelijk beschikbaar zijn. Maar die cijfers en data dragen onvoldoende bij aan publieke verantwoording.
 

Zorg en onderwijs moeten voor iedereen toegankelijk zijn op een kwalitatief hoog niveau. Dat fundamentele uitgangspunt staat nu onder druk.

Docenten en onderwijsinstellingen worden nu bijvoorbeeld vaak afgerekend op gemiddelde schoolcijfers, terwijl goed onderwijs natuurlijk veel meer is dan dat. “Het gaat er ook om dat leerlingen gezien en gehoord worden, dat er een veilige schoolomgeving wordt gecreëerd, dat er oog is voor de situatie thuis. Dat vraagt om professionaliteit en handelingsvermogen van docenten, maar daar is geen kwaliteitsboxje voor bedacht. Voor de zorgsector geldt hetzelfde: zorg vraagt een persoonlijke bejegening. Je kan mensen niet object maken van jouw evidence based aanpak. Achter elke hulpvraag zit een persoon met vaak een complexe problematiek die ook eigen afwegingen maakt. Mensen zijn niet maakbaar en jij hebt daar als zorgverlener mee te dealen”, aldus Sjollema.
Volgens haar staan alle meet- en regelsystemen in de weg van professionele autonomie en ondermijnen ze professioneel oordeels- en handelingsvermogen. Steeds meer mensen knappen af op deze ‘fabrieksmatige’ outputsturing en verlaten het speelveld mede om die reden. Een verontrustende ontwikkeling, zeker met het oog op de aanhoudende personeelskrapte.

Goed werkgeverschap: meer zeggenschap

Maar hoe doorbreken we dit? In een onlangs uitgebracht SER-advies over mogelijke oplossingen op de korte termijn voor de personeelskrapte in maatschappelijke sectoren wordt onder meer een relatie gelegd met het behouden van het personeel dat al in deze sectoren werkt én het aantrekkelijker maken van het beroep. Een van de adviezen luidt dan ook: koester werkenden met goed werkgeverschap en goed management. ‘Voldoende menskracht begint met aantrekkelijk, betekenisvol en perspectiefrijk werk, dat mensen in staat stelt hun maatschappelijke rollen evenwichtig te vervullen. Op dit moment wordt te veel vertrouwd op de intrinsieke motivatie van medewerkers om al het werk uitgevoerd te krijgen’, constateert de SER. 
 

We moeten beter opkomen voor de mensen die er werken en hen ondersteunen om hun werk zo goed mogelijk te doen. Dat is in ieders belang. 

Sjollema is het hier mee eens: “Goed werkgeverschap kan helpen voorkomen dat vakmanschap, motivatie en uithoudingsvermogen van werkenden steeds meer worden uitgehold door voorschriften, werkdruk, beperkte budgetten en veel wijzigingen. Goed leiderschap gaat verder dan een goed salaris en mooie loopbaanmogelijkheden. Het gaat ook om een inclusieve bedrijfscultuur, aandacht voor een goede werk-privébalans, ruimte voor opleiding en een vast contract bieden als er sprake is van structureel werk. En last but not least: geef mensen meer zeggenschap over het eigen werk.” 

Minder administratieve belasting

Meer zeggenschap komt ook terug in de andere aanbeveling van de SER: zorg voor minder administratieve belasting. Volgens de SER kost de aanzienlijke administratieve belasting medewerkers niet alleen veel tijd, maar veroorzaakt het ook afnemende motivatie en vertrek uit maatschappelijke sectoren. In de zorg gaat op dit moment naar schatting 30 tot 40 procent van de werktijd verloren aan administratieve handelingen. Sjollema: “Dan denk je toch: zijn we niet enorm doorgeslagen met al die kwaliteits- en meetsystemen? Uiteraard moeten deze sectoren publiekelijk verantwoording afleggen hoe ze hun geld besteden, want het gaat om gemeenschapsgeld. Maar we moeten af van dat gestolde wantrouwen.”
‘Minder regelzucht, meer regelmogelijkheden en een cultuur van vertrouwen in professionals vormen daarom een cruciale voorwaarde om het werk behapbaar te houden’, schrijven ook de samenstellers van het SER-advies. Zij benadrukken dat dit niet gemakkelijk is en dat er al heel veel geadviseerd en geprobeerd is, veelal zonder blijvend resultaat. Veel regeldruk is rechtstreeks terug te voeren op landelijke regelgeving, maar administratieve belasting kan ook voortkomen uit branche- of organisatiebeleid of uit gewoonte of een behoefte aan ‘houvast’.
 

Het is tijd dat we met elkaar het maatschappelijke debat aangaan over mogelijke oplossingen.

Volgens Sjollema moet er meer waardering komen voor de professionals die in maatschappelijke sectoren werken en moet hun stem over hoe het werk beter kan serieus worden genomen. “We hebben het hier over professionals die hun vak uitoefenen in sectoren die essentieel zijn voor de samenleving. Zorg en onderwijs moeten voor iedereen op een kwalitatief hoog niveau toegankelijk zijn. Dat fundamentele uitgangspunt staat nu onder druk en dat is echt iets om je zorgen over te maken. We moeten met elkaar het maatschappelijke debat aangaan over mogelijke oplossingen. Het is belangrijk om hierbij met de professionals zelf in gesprek gaan. Wat hebben zij nodig om hun werk op een goede manier te kunnen doen? Tegen welke belemmeringen lopen ze aan? En hoe kweken we weer meer waardering en vertrouwen, zodat de professionaliteit van die beroepskrachten maximaal tot z’n recht kan komen?”

En hoe kunnen de mensen die zichzelf nuttig willen maken in deze sectoren vanuit het algemeen belang (al dan niet betaald) beter gefaciliteerd worden? Sjollema stelt voor de harde en soms nauwe diplomaeisen wat vaker los te laten en meer te kijken naar ervaring en vaardigheden. “Uiteraard zonder in te boeten op kwaliteit. Ook moeten we in deze sectoren alerter zijn bij het sneller naar werk begeleiden van mensen die uitvallen op het werk, en mensen met een beperking die we wellicht vaker kunnen inzetten via jobcarving.”
Tijd dus voor een maatschappelijk debat over de inzet van onze schaarse arbeidscapaciteit in de toekomst. “We zullen keuzes moeten maken, maar het lijkt me evident dat we ons hard maken voor de maatschappelijke sectoren. We moeten beter opkomen voor de mensen die er werken en onderzoeken hoe we hen beter kunnen ondersteunen om hun werk zo goed mogelijk te doen. Dat is in ieders belang.”

Thema's

Onderwerpen

Over NSvP

De NSvP maakt zich hard voor een menswaardige toekomst van werk. We stellen de vraag hoe de arbeidsmarkt van morgen eruit ziet en onderzoeken hoe werk zodanig kan worden ingericht dat het bijdraagt aan de menselijke waarden en behoeften. We zijn een onafhankelijke stichting. We financieren als vermogensfonds innovatieve projecten op het snijvlak van mens, werk en organisatie.

Rijnkade 88
6811 HD Arnhem
info@nsvp.nl
026 - 44 57 800

 

Vind ons op Facebook
Volg ons