Wie draagt bij aan een Leven Lang Ontwikkelen?

LLO interactieve tool

Interactieve digitale tool voor meer inzicht in LLO-speelveld

Hoewel een Leven Lang Ontwikkelen betrekking heeft op het individu, en de activiteiten door de persoon worden ondernomen om zich persoonlijk en professioneel te ontwikkelen, betekent dit niet dat LLO uitsluitend een individuele verantwoordelijkheid is. Werkgevers, onderwijs- en overheidsinstellingen spelen een essentiële rol op gebied van financiering, beleidsvorming en/of uitvoering. Onderzoekers Marian Thunnissen, Mariëlle Rosendaal en Ellen Koop-Spoor (van Fontys Hogescholen) brachten het gefragmenteerde LLO-speelveld in kaart via een interactieve digitale tool voor werkgevers. Daarnaast ontwikkelden ze een invulkaart voor beleidsmakers en besluitvormers bij onderwijs, overheid en intermediaire organisaties.

Het belang van leven lang ontwikkelen

Een leven lang ontwikkelen (LLO) is een van de grote arbeidsmarktthema’s van dit moment. Immers, ons werk en ons leven is als gevolg van ontwikkelingen als digitalisering en klimaatverandering voortdurend aan verandering onderhevig. In de snel veranderende samenleving is het continu leren en ontwikkelen belangrijk, zodat mensen mee kunnen doen in werk en samenleving, bijblijven en niet uitvallen. De continue ontwikkeling wordt een leven lang ontwikkelen genoemd. 

LLO is een gezamenlijke verantwoordelijkheid

LLO kan omschreven worden als alle leeractiviteiten die iemand gedurende het hele leven ontplooit om kennis, vaardigheden en competenties vanuit een persoonlijk, burgerlijk, sociaal en/of werkgelegenheidsperspectief te verbeteren (Commissie van de Europese Gemeenschappen, 2001).
Hoewel LLO betrekking heeft op het individu, en de activiteiten door de persoon worden ondernomen om zich persoonlijk en professioneel te ontwikkelen, betekent dit niet dat LLO uitsluitend een verantwoordelijkheid is van het individu. Facilitering en ondersteuning door werkgevers, onderwijs- en overheidsinstellingen is van essentieel belang (ILO, 2019):

  • Werkgevers spelen een belangrijk rol in het ondersteunen van de ontwikkel- en leermogelijkheden van hun medewerkers.
  • Onderwijsinstellingen, trainings- en loopbaanbureaus richten zich op het aanbieden van ontwikkelingsactiviteiten.
  • Instanties zoals gemeenten en UWV zetten zich in om via scholing en loopbaanbegeleiding werklozen en mensen met een arbeidsbeperking en/of een achterstand op de arbeidsmarkt, voor te bereiden op en te begeleiden naar werk.

Het speelveld LLO

De afgelopen jaren heeft er een verschuiving in het aanbod van LLO-activiteiten en instrumenten plaatsgevonden. Met de uitbreiding van het aanbod aan LLO-activiteiten en instrumenten is het aantal betrokkenen bij de financiering, beleidsvorming en de uitvoering van LLO enorm gegroeid1. Het is daardoor voor werkenden, werkzoekenden en werkgevers lastig om een overzicht te krijgen wie nu eigenlijk welke ondersteuning biedt en welke rol heeft. Juist dit gebrekkige overzicht kan voor werkgevers een belemmering zijn om met LLO aan de slag te gaan. Op basis van onderzoek hebben wij het speelveld aan betrokken partijen in kaart gebracht2. We zien een onderscheid tussen kernspelers en overige actoren.

Kernspelers
Werkenden, werkzoekenden en werkgevers worden vaak als de ‘eindgebruikers’ van LLO gezien2: LLO draait om de ontwikkeling van het individu, namelijk de werkende en de werkzoekende. Werkgevers spelen daar een cruciale rol in. In de eerste plaats naar hun medewerkers toe: hoe kan bijgedragen worden aan de duurzame inzetbaarheid en ontwikkeling van de eigen medewerkers? Maar we zien dat op de arbeidsmarkt het potentieel van werkzoekenden onvoldoende wordt benut. Organisaties zoals gemeenten en UWV proberen daar verandering in te brengen, maar ook werkgevers hebben daar een rol in. Daarom vormen deze drie actoren wat ons betreft de kern van het speelveld.

Overige actoren
Vervolgens is er een grote groep actoren betrokken bij de financiering, beleidsvorming en de uitvoering van LLO. We zien dat zij zich onderscheiden in2

  • Hun rol: sommigen leveren concrete diensten aan de eindgebruikers, bijvoorbeeld scholing of loopbaanbegeleiding, terwijl anderen meer op afstand staan en zich bezig houden met beleidsontwikkeling en –advisering of de financiering van LLO. We onderscheiden dan ook de volgende rollen: (1) belangenbehartiger en spreekbuis; (2) financier; (3) beleidsadvisering en/of aanjager; (4) beleidsbepaling; (5) het faciliteren arbeidsmobiliteit en -participatie (m.n. van werkzoekenden); (6) het faciliteren (d.w.z. het ondersteunen van en bemiddelen in) onderwijs en ontwikkelingsaanbod, en (7) het daadwerkelijk aanbieden onderwijs en ontwikkelingsaanbod.
  • De doelgroep: Over het geheel genomen richten hun actoren zich in hun dienstverlening op de volgende doelgroepen: (1) werkenden; (2) werkzoekenden, en (3) werkgevers. Er zijn ook actoren die zich richten op het versterken van de rol van de (4) de publieke organisaties zoals gemeenten en de (5) onderwijsorganisaties bij LLO;
  • Het werkgebied: hun werkgebied: daarin kunnen we een onderscheid maken tussen een landelijk, sectoraal of regionaal werkgebied.
     

Tool 'Speelveld Leven Lang Ontwikkelen'

Op basis van ons onderzoek hebben we in samenwerking met enkele experts de uitkomsten van onze verkenning gevisualiseerd in twee tools. De interactieve tool ‘Speelveld Leven Lang Ontwikkelen’ richt zich op werkgevers en geeft hen inzicht in (1) welke actoren betrokken zijn bij LLO, (2) welke rol zij spelen, en (3) op welke doelgroep zij zich in hun dienstverlening richten. Op basis van deze informatie kunnen werkgevers beter bepalen met wie zij in contact kunnen treden om een bijdrage te leveren aan LLO. De tweede tool is een invulkaart, bedoeld voor beleidsmakers en besluitvormers bij onderwijsinstellingen, overheid en intermediaire organisaties. Met dit instrument kunnen zij het specifieke LLO speelveld voor hun regio of sector in kaart brengen en inzichtelijk maken, en dit vervolgens delen met anderen. 

Wat zijn aandachtspunten?

Tijdens het onderzoek en het bouwen van de tools is ons een aantal zaken opgevallen. Allereerst, hoewel de fragmentatie in het speelveld de reden was om de tool te maken, wordt die nogmaals bevestigd in de visualisatie. Een groot aantal actoren is bij LLO betrokken. Dat roept bij ons de vraag op wie de regie neemt, het overzicht houdt en ervoor zorgt dat de neuzen dezelfde kant op staan? Is dat de SER, of ligt die verantwoordelijkheid lager in de regio’s? Echter, ook de grote concentratie van actoren op het regionale niveau vinden we opvallend. Dat is interessant, want in de regio moet het gebeuren. We zien daarbij wel een spanning. Immers, de beleidsbepaling van LLO komt toch vaak nog wel van landelijk niveau. Hoeveel speelruimte hebben de regionale partijen? 

Ten tweede, een groot aantal actoren zit op het snijvlak van regionaal en landelijk, en slechts een enkele actor vormt de verbinding tussen regionaal en sectoraal. Dat is zorgelijk, omdat juist de meest prangende vragen op de arbeidsmarkt te maken hebben met het switchen van baan tussen twee sectoren – bijvoorbeeld van horecamedewerker naar de zorg, bínnen een bepaald regionaal werkgebied. Het slechten van de grenzen tussen sectoren behoeft meer aandacht.
Er is een aantal actoren dat zich richt op een specifieke doelgroep (bijv. de werkzoekende), maar er is ook een fors aantal actoren dat zich richt op alle kernspelers (of zelfs nog breder). Dit kan voor de kernspelers verwarrend zijn. Immers, dat maakt het voor hen veel minder duidelijk bij wie zij nu precies voor ondersteuning kunnen aankloppen. 

Tenslotte zien we dat de vertegenwoordigers van de kernspelers - de werkgeversorganisaties en de vakbonden - weliswaar landelijk, sectoraal en regionaal werken maar geen directe beleidsbepalende rol hebben. Zij zijn vooral belangenbehartigers en spreekbuis. Er wordt wel mét en óver hen gesproken, maar zij hebben geen beleidsbepalende stem. Ook de aanbieders van onderwijs- en ontwikkel, en mobiliteitsmogelijkheden hebben geen expliciete beleidsbepalende rol. Om de LLO-aanpak daadwerkelijk naar een hoger niveau te tillen is de actieve betrokkenheid én zeggenschap van werkgevers, werkenden en onderwijs cruciaal. Landelijk, maar bovenal in de arbeidsmarktregio’s.

 

Meer weten?

De tools Speelveld LLO en de LLO invulkaart zijn ontwikkeld door het lectoraat Dynamische Talentinterventies van Fontys Hogescholen. De tools mogen door iedereen gebruikt en gedeeld worden, mits voorzien van bronvermelding. 
Mis je een actor in het overzicht? Of zijn er aanpassingen of aanvullingen nodig in een rol, primaire doelgroep of werkgebied? Neem gerust contact op met de onderzoekers.


1 Field, 2000; Bengtsson, 2013; Katapult, 2017; Thunnissen, 2021
2 Thunnissen, 2021

 

Thema's

Onderwerpen

Over NSvP

De NSvP maakt zich hard voor een menswaardige toekomst van werk. We stellen de vraag hoe de arbeidsmarkt van morgen eruit ziet en onderzoeken hoe werk zodanig kan worden ingericht dat het bijdraagt aan de menselijke waarden en behoeften. We zijn een onafhankelijke stichting. We financieren als vermogensfonds innovatieve projecten op het snijvlak van mens, werk en organisatie.

Rijnkade 88
6811 HD Arnhem
info@nsvp.nl
026 - 44 57 800

 

Vind ons op Facebook
Volg ons