Wanneer er vanuit de overheid gepraat wordt over mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt gebeurt dit nog veel te vaak in cijfers; hoeveel kost het een gemeente wanneer er iemand in de bijstand zit en hoeveel kost het om deze mensen weer aan het werk te krijgen? Door deze vragen wordt er te weinig gekeken naar de mensen zelf en wat werk kan bijdragen aan hun leven. Om een andere kijk te krijgen op dit vraagstuk reisde ik, masterstudent sociale psychologie naar Delft, thuisbasis van het in 2017 opgerichte Scope. Scope is een sociale coöperatie, een plek waar mensen in de bijstand met behoud van hun uitkering en met gespecialiseerde ondersteuning een eigen onderneming kunnen starten. Dit artikel zal licht schijnen op de waarde van werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, met behulp van de verhalen van drie startende ondernemers en hoe zij vanuit de bijstand weer aan de slag zijn gegaan.
Psychologische kijk op werk en welzijn
Ondernemingen zoals de sociale coöperaties zijn ontzettend belangrijk voor het welzijn van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Als sociaal psycholoog kijk ik hiernaar met een bepaalde bril. Vanuit de psychologie kan de waarde van werksituaties bepaald worden met behulp van het Werk als Waarde model van Van der Klink (gebaseerd op de capability approach), wat ervan uitgaat dat werk zowel een toegevoegde waarde moet hebben voor de organisatie als voor de medewerker. Dit model stelt zeven mogelijke werkwaardes die bijdragen aan het welzijn van werkenden: 1) kennis en vaardigheden gebruiken; 2) kennis en vaardigheden ontwikkelen; 3) betrokken zijn bij belangrijke beslissingen; 4) betekenisvolle werkcontacten hebben en opbouwen; 5) eigen doelen stellen; 6) een goed inkomen verdienen; 7) een bijdrage leveren aan het creëren van iets waardevols.
Hoe deze werkwaardes bijdragen aan iemands welzijn kan uitgelegd worden aan de hand van de zelfbeschikkingstheorie (self-determination theory) van Deci en Ryan. Deze theorie stelt dat mensen gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen op basis van drie basisbehoeften; competentie (de behoefte om effectief om te gaan met de omgeving), autonomie (de behoefte aan controle over diens eigen leven) en verbondenheid (het verlangen naar betekenisvolle relaties met anderen). Wanneer iemand zich in een (werk)omgeving begeeft die deze basisbehoeftes ondersteunt, heeft dit een positief effect op iemands functioneren en welzijn, en bevordert het het verder kunnen groeien van de persoon. Werk kan dus bijdragen aan ons welzijn doordat de waardes die we eruit kunnen halen spreken voor onze basisbehoeftes.
Kunnen werken is waardevol voor iedereen, maar veel te vaak worden mensen hiervan buitengesloten
De Sociale coöperatie
In Delft ontmoette ik Stefan, grafisch ontwerper en eigenaar van zijn eigen bedrijf “Bok Design and Illustration” en oud-lid van Scope. Na jaren zonder baanperspectief vrijwilligerswerk te hebben gedaan, hoorde hij van de Delftse coöperatie die in de startblokken stond. Stefan was daardoor een van de mensen die heeft geholpen bij de oprichting van de coöperatie en heeft in zijn jaren bij de coöperatie zijn net opgestarte bedrijf verder heeft kunnen ontwikkelen. Bij scope heeft hij ook zijn huidige partner Katja ontmoet, die ook geïnterviewd is.
Als tweede heb ik gesproken met Katja. Ook Katja is al sinds de oprichting bij Scope en is hiermee momenteel de oudst zittende bij de coöperatie. In die vijf jaar is ze twee ondernemingen gestart. Eerst als knuffeltherapeut en ontspanningsmasseuse. Van het geld dat ze hiermee verdiende kon ze een opleiding doen tot natuurcoach, wat haar tweede onderneming werd. Naast haar onderneming is ze bij Scope administratief medewerker en bestuurslid. Ook helpt ze de andere ondernemers met hun financiën.
Bouchra, met wie ik als derde heb gesproken is net begonnen aan haar tweede jaar bij Scope. Als alleenstaande moeder belandde ze tijdens de zwangerschap van haar nu 4 jarige zoontje in de bijstand. Ze koos ervoor om zich de eerste jaren te focussen op de opvoeding maar op een gegeven moment wilde ze weer gaan werken. Bij Scope is ze een cateringbedrijf begonnen met een focus op multiculturele gerechten. Binnen korte tijd kreeg ze verschillende klanten waarmee zij haar passie voor koken kon delen.
De reguliere arbeidsmarkt
De reguliere arbeidsmarkt kan soms erg ontoereikend zijn. Dit komt volgens alledrie doordat er nog te veel gekeken naar welke diploma’s je hebt en te weinig naar wat je werkelijke kwaliteiten zijn. Hoewel Katja haar VWO diploma heeft gehaald is het haar door haar wisselende gezondheid niet gelukt om daarna een andere opleiding af te maken. “Als ik aan een normale baan kom, kom ik in laagopgeleide functies”. Bouchra ondervond het zelfde probleem, die door een rumoerige jeugd in die tijd geen diploma wist te bemachtigen. “Het is echt een handicap als je niet de juiste papieren hebt en wel intelligent genoeg bent, dat maakt het eigenlijk nog moeilijker.”
Het gebrek aan uitdaging in banen op de reguliere arbeidsmarkt kan leiden tot frustraties. Dit is ook logisch aangezien je bij werk onder niveau niet al je capaciteiten kunt gebruiken en deze ook niet verder kunt ontwikkelen, belangrijke waardes van werk. Ook biedt de reguliere arbeidsmarkt weinig flexibiliteit, iets wat voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt lastig kan zijn. “Op een reguliere arbeidsmarkt moet je gewoon functioneren”, aldus Stefan. Dit kan ertoe leiden dat mensen in de bijstand terecht komen. Gelukkig bieden sociale coöperaties hier een uitweg.
De zeven waardes in het Werk als Waarde model zijn allemaal te vinden in de sociale coöperatie
De bijstand leefbaar maken
De bijstand kan een hele moeilijke situatie zijn om in te verkeren. “Het is natuurlijk gewoon vreselijk om niet te werken”, vindt Bouchra. Sociale contacten, je nuttig voelen en jezelf en anderen kunnen onderhouden. Dit zijn een paar van de dingen die de drie misten in periodes dat ze niet konden werken. “Het is heel moeilijk om jezelf vanuit de bijstand te ontwikkelen”, vertelt Katja. “Ook om jezelf daar uit te werken, het geeft namelijk ook financiële stress en dat beperkt heel erg je denk capaciteit en de capaciteit om vooruit te kijken”. Bij een sociale coöperatie is het mogelijk om terwijl je in de bijstand zit een eigen onderneming te starten, zonder verlies van uitkering. Bouchra legt me uit hoe een sociale coöperatie haar daardoor de ruimte en mogelijkheid bood om te experimenteren en te kijken of een eigen onderneming echt iets voor haar was. Het bood haar daardoor ook zekerheid, zonder dat de belastingdienst gelijk op haar hielen zat. Dit geeft lucht en een mogelijkheid om je te ontwikkelen, iets wat alledrie nodig hadden en bij Scope vonden. Zo konden alledrie een onderneming starten en ontwikkelen waar ze gepassioneerd en enthousiast over zijn.
Het is op de reguliere arbeidsmarkt een handicap als je niet de juiste papieren hebt en wel intelligent genoeg bent
Een sociale coöperatie levert ook steun en inspiratie. Zo vond Stefan het altijd inspirerend om de drive van de andere leden te zien. De ondernemers komen eens in de twee weken samen onder leiding van coach en coördinator Paul Leistra. Paul is geliefd onder de leden en heeft Bouchra bijvoorbeeld ook aan haar eerste klanten geholpen. Op deze meetings worden de dingen waar de ondernemers tegenaan lopen besproken en kunnen ze elkaar ook hulp bieden. Voor Katja zijn de contacten die ze heeft bij de sociale coöperatie vooral ook erg belangrijk in periodes dat het wat slechter met haar gaat: “Voor mij helpt dat heel erg om dat contact te houden en ergens betrokken bij te zijn, om toch weer te weten van oh ja, er is nog meer behalve dit gevoel op dit moment.”
Op de foto van links naar rechts: Stefan, Paul en Katja. Bouchra was verhinderd tijdens de fotosessie.
Steun van de gemeente en de toekomst
Naast haar liefde voor de coöperatie ziet Katja ook dat er nog het een en ander verbeterd kan worden om de volle potentie van de sociale coöperatie te benutten. “Ik ben geen echte ondernemer”, vertelt Katja, en dit heeft ze binnen de coöperatie ook niet echt kunnen leren. Sociale coöperaties worden in samenwerking met de gemeente opgestart en wordt in veel gevallen ook gedeeltelijk gefinancierd door de gemeente. Daardoor kunnen ze een cursusaanbod presenteren aan hun ondernemers om bepaalde waardevolle vaardigheden te ontwikkelen. In Delft betaalt de gemeente de uren van de coördinatoren. Voor het cursusaanbod is er helaas minder ruimte, Scope is daarom momenteel bezig om daar fondsen voor aan te vragen.
Dat de huidige subsidiëring beperkt is tot de uren van de coördinatoren heeft volgens Stefan nog een ander nadeel. Om de twee weken houdt de coöperatie op donderdag een bijeenkomst om te kijken hoe het met iedereen gaat. Omdat de coöperatie geen eigen pand heeft worden deze bijeenkomsten gehouden in een woon en cultuur gelegenheid. Hoewel een gezellige plek die ook buiten de coöperatie sociale contacten kan bieden, voelt het volgens Stefan niet professioneel. Dit kan er toe leiden dat de ondernemers de coöperatie op sommige momenten minder serieus nemen, iets wat Katja ook heeft gemerkt. Met meer betrokkenheid van de gemeente zou de sociale coöperatie volgens Stefan meer kunnen bereiken, doordat er dan een professionaliseringsslag gemaakt kan worden.
"Het is heel moeilijk om jezelf vanuit de bijstand te ontwikkelen - de financiële stress beperkt je denkcapaciteit en de capaciteit om vooruit te kijken"
Toch zien de drie de toekomst positief in en hebben ze grote doelen voor zichzelf op het gebied van hun onderneming en carrière, gezondheid en financiële vrijheid. Ook eindigen alledrie het gesprek met veel lovende woorden voor Scope. “Ondanks dat ik denk dat Scope wel wat issues en opstartproblemen heeft, moeten we niet vergeten dat het wel echt een goede onderneming is die mensen echt gaat helpen”, onderstreept Stefan. Dat Bouchra nu een goed lopende business heeft, is iets wat haar veel zelfvertrouwen heeft gegeven en waar ze de coöperatie heel erg dankbaar voor is.
Conclusie
Na dit alles kunnen we concluderen dat ondernemerschap binnen een sociale coöperatie een effectieve manier is om de waardes die werk te bieden heeft te kunnen ervaren. Zo zien we dat mensen binnen een sociale coöperatie op eigen niveau kunnen ondernemen, de regie hebben over hun onderneming, eigen doelen kunnen stellen en de ruimte hebben om hun vaardigheden verder te ontwikkelen. Door het sociale karakter van de coöperatie kunnen de ondernemers betekenisvolle werkcontacten opbouwen en kunnen ze met hun eigen onderneming en door elkaar te helpen iets waardevols creëren. De mensen die ik heb gesproken zijn nog niet financieel onafhankelijk maar zijn met hulp van Scope hier wel naar op weg. De zeven waardes in het Werk als Waarde model zijn dus allemaal te vinden in de sociale coöperatie. Scope en andere sociale coöperaties blijken dus een prettige werkomgeving die kunnen bijdragen aan het vervullen van onze basisbehoeften. De mogelijkheid om te kunnen werken is waardevol voor iedereen, maar veel te vaak worden nog mensen hiervan buitengesloten. Het is daarom van belang om initiatieven zoals Scope te steunen, omdat zij deze groep mensen een plek weten te bieden waar zij zich vanuit de bijstand kunnen ontwikkelen richting zelfstandigheid.
-
Van der Klink, J. J., Bültmann, U., Brouwer, S., Burdorf, A., Schaufeli, W. B., Zijlstra, F. R., & van der Wilt, G. J. (2011). Duurzame inzetbaarheid bij oudere werknemers, werk als waarde. Gedrag & Organisatie, 24(4).
-
Deci, E. L., & Ryan, R. M. (Eds.). (2004). Handbook of self-determination research. University Rochester Press.