We kunnen er niet omheen dat goed samen werken noodzakelijk is om de belangrijkste uitdagingen in de huidige arbeidsmarkt het hoofd te bieden. En dat vraagt om goed werk en goed werkgeverschap, stellen Daniël van Middelkoop en Hafid Ballafkih, beiden lector aan de Hogeschool van Amsterdam. Helaas schort het daar nogal eens aan. Zij houden een pleidooi voor een herwaardering van professionaliteit en vakmanschap in organisaties en op de arbeidsmarkt. Daarnaast roepen zij werknemers op om in constructief verzet te komen en de eigen professionaliteit centraal te durven stellen. Deel 1 van het tweeluik is een interview met Hafid Ballafkih: “Het is tijd dat we meer gaan denken in maatschappelijk nut en daar duidelijke keuzes in maken: wat levert iets op voor de samenleving?”
Volgens Hafid Ballafkih, lector Arbeid en Human Capital in Transitie aan de Hogeschool van Amsterdam, ligt slecht werkgeverschap deels ten grondslag aan de arbeidsmarktproblemen waarmee werkgevers negatief in het nieuws komen. “Dat uit zich in bijvoorbeeld slechte arbeidsvoorwaarden en een slechte werkomgeving met weinig werkgeluk – of het nu gaat om het salaris, de secundaire arbeidsvoorwaarden of de contractvorm. Maar ook slechte condities waarin de mensen werken, zoals hoge werkdruk en stress spelen een rol in dit verhaal.”
Hoe je mensen behandelt als werkgever was al belangrijk, maar wordt nog belangrijker. Zeker bij beroepen waar de situatie fragiel is.
Door het snel oplopende tekort aan arbeidskrachten wordt het belang van goed werkgeverschap alleen nog maar belangrijker. “De generatie die momenteel de arbeidsmarkt op stroomt kijkt al lang niet meer alleen naar salaris. Die kijkt naar: wat levert het me nog meer op? Is er wel een goede werk-privébalans? Hoe gaat deze werkgever om met maatschappelijke thema’s als duurzaamheid? En zijn er doorgroeimogelijkheden?”, licht Ballafkih toe. Hoe je mensen behandelt als werkgever was al belangrijk, maar wordt dus nog belangrijker. Dat geldt zeker voor beroepen waar de situatie zeer fragiel is, zoals bijvoorbeeld in de zorg en het onderwijs. Dit zijn sectoren die al jaren kampen met een groot personeelstekort en waar steeds meer personeel de sector dreigt te verlaten.
Schouderklopje of bonus?
In veel organisaties waar het schuurt, piept en kraakt is volgens de lector te weinig oog geweest voor de waardering voor professionaliteit en vakmanschap. “Soms is een schouderklopje veel meer waard dan een bonus.” Volgens hem is de nadruk in deze sectoren te veel op efficiency komen te liggen. “Het moet allemaal beter/sneller/slimmer met minder. Je kunt op een gegeven moment wel heel efficiënt zijn, maar of je dan nog maatschappelijk effectief bent, is een tweede. Je kunt het als organisatie financieel helemaal tiptop op orde hebben, maar als door toenemende personeelstekorten de te hoge werkdruk onder je werknemers oploopt tot 30%, dan krijg je het toch een keer terug.”
Je kunt op een gegeven moment wel heel efficiënt zijn, maar of je dan maatschappelijk effectief bent, is een tweede.
Want uit onderzoek dat zijn faculteit onlangs heeft uitgevoerd blijkt dat een derde van de werknemers moeite heeft met de werk-privébalans. Uit gegevens van het CBS blijkt bovendien dat 36% van de werkgevers momenteel een hoge werkdruk binnen de organisatie ervaart als gevolg van het personeelstekort. Het WRR signaleerde een jaar geleden al dat de werkintensiteit op de Nederlandse arbeidsmarkt is toegenomen. De stijging zou zorgen voor meer werkdruk. Ballafkih: “Als land en organisatie kan je met een x aantal mensen een y hoeveelheid produceren. En nu lijkt erop alsof we met een x aantal mensen y + 1 willen produceren. Dat gaat dus ergens wringen. Je ziet dit terug in de geluks- en werkdrukparameters. En hoe meer mensen er omvallen door de hoge werkdruk, hoe meer werk er over de rest verdeeld moet worden. Dus dit is een zelfversterkend effect.”
Morele keuzes
De verwachting is dat door de vergrijzing het tekort op de arbeidsmarkt verder zal oplopen, mits de energiecrisis niet nog heftiger wordt en er een nieuwe economische crisis ontstaat. Als de personeelskrapte nog verder stijgt, dan komen we volgens Ballafkih op een punt dat we als samenleving morele keuzes moeten gaan maken tussen cruciale en niet-cruciale beroepen. “Dat is geen organisatievraagstuk, maar een vraagstuk voor de samenleving dat om een publiek debat vraagt over wat we nog wel en niet geregeld willen hebben in de samenleving. “We moeten dan een keuze maken of we nog heel veel tijd en middelen in het onderwijs willen steken om daar meer mensen te krijgen, of dat we zeggen: ‘we laten de markt zijn gang gaan, moge de besten winnen’. En dan zal het onderwijs aan het kortste eind trekken, ben ik bang…”
Het is tijd dat we meer gaan denken in maatschappelijk nut en daar duidelijke keuzes in maken: wat levert iets op voor de samenleving?
We hebben niet alleen te maken met een periode van economische groei, maar we zitten ook nog eens tegelijkertijd in allerlei belangrijke transities. “Die stuwen de vraag naar personeel nog harder op. We kunnen niet alle ballen hoog houden. Ook daar zullen we keuzes in moeten maken: wat gaan we wel doen en wat niet?” Die keuzes zijn niet eenvoudig. Want wat is een cruciaal beroep? En kiezen we dan voor de energietransitie, het toegankelijk en betaalbaar houden van de zorg voor iedereen, het tegengaan van cyberterreur, of noem maar op?
Ooit zijn er keuzes gemaakt in het wereldbeeld van die tijd. Maar dingen veranderen. Volgens Ballafkih zullen we anders moeten gaan nadenken over de markten die we gecreëerd hebben en hoe we de samenleving willen inrichten. “Op dit moment doen we aan layering; we plakken pleister op pleister. En hoofdpijndossiers polderen of lobbyen we dood of schuiven we vooruit. We moeten een visie ontwikkelen op de samenleving. Het is tijd dat we meer gaan denken in maatschappelijk nut en daar duidelijke keuzes in maken: wat levert iets op voor de samenleving? Op de oude voet doorgaan is gegeven de huidige condities niet houdbaar.”