Je talent gericht inzetten bij werkzaamheden binnen de organisatie, hoe doe je dat? Naar die vraag doen we al jaren onderzoek. Toch kunnen we hem voor onszelf nauwelijks beantwoorden. Wat maakt dat zo moeilijk? We hebben het in onze functioneringsgesprekken over onze talenten en sterke punten. Maar eenmaal weer aan het werk betrappen we onszelf erop dat we vooral gefocust zijn op het zo goed mogelijk doen van ons werk. We weten wat onze talenten zijn, maar deze gericht inzetten bij werkzaamheden blijft een lastige.
Er is geen talentgerichte manier van werken
Uit ons onderzoek blijkt dat we niet de enigen zijn. Het herkennen van talent blijkt meestal wel te lukken, met behulp van tests, opmerkingen van collega’s of werkervaring. Ook door de leidinggevende kunnen talenten worden herkend en aangegeven. De koppeling van talenten aan werkzaamheden blijkt echter lastig. Zowel leidinggevenden als medewerkers geven in onze interviews aan dat ze in de dagelijkse praktijk weinig tot niets doen met de talenten die ze herkend en besproken hebben, er is geen talentgerichte manier van werken. En dat terwijl iedereen die we spreken beseft dat koppeling van talent aan werkzaamheden goed is voor zowel de organisatieprestatie als het werkplezier van de medewerker. Zo gaf een bevlogen leidinggevende in een interview aan dat hij in zijn vrije tijd prestatiegericht en sportminded was. Hij stelde dat hij van nature makkelijk met sporters kan communiceren, het gaat als het ware vanzelf. Dit in tegenstelling tot de communicatie met een introverte medewerkster, waar hij wel de talenten en mogelijkheden zag, maar niet de klik had om het te bespreken. Als onderzoekers vragen we ons af hoe het komt dat talentbenutting zo weerbarstig is in de praktijk, hoe komt het dat we wel willen maar blijkbaar niet weten hoe?
In ons onderzoek stellen we ons de vraag wat organisaties nodig hebben om talentbenutting vorm te geven in de praktijk. We zijn verheugd dat de NSvP ons steunt in onze zoektocht naar effectieve interventies die het talentbenuttingsproces in organisaties kunnen versterken. We richten ons daarbij voornamelijk op de invloed van de arbeidsrelatie tussen leidinggevende en medewerker op dit proces.
De NSvP ondersteunt ons bij het uitvoeren van experimenten in een drietal organisaties waar we het effect willen meten van interventies gericht op het koppelen van talent aan werkzaamheden. In het eerste experiment, dat komend half jaar plaatsvindt, werken we samen met de DSP-groep uit Amsterdam (een onafhankelijk bureau voor beleidsadvies, beleidsonderzoek) en trainingsbureau Rendement door Talent. DSP-groep wil verder werken aan een talentgerichte aanpak. Om dat te bereiken hebben ze een tweetal trainingen gevolgd van Rendement door Talent, gericht op talentherkenning. Nu ontwikkelt trainer Elise van den End een vervolginterventie die gericht is op de koppeling van aanwezig talent in een projectgroep aan werkzaamheden binnen de verschillende fasen van het project. In een experimentele vorm kijken ze wat de werkzaamheden zijn, welke talenten daarvoor nodig zijn, en bij welke medewerker dat het beste aansluit. Dat doen ze niet één keer, maar op verschillende momenten in het traject. Immers, de talenten die nodig zijn in de acquisitiefase passen niet altijd even goed bij de uitvoeringsfase van het project.
We zijn benieuwd naar de effecten van de interventie en wat de ervaringen van de betrokken projectgroep leden is. We houden je op de hoogte!
Willy Veenkamp en Louis Celant
Lectoraat Sociale Innovatie Windesheim
(Kijk hier voor info over het onderzoeksproject dat financieel wordt ondersteund door de NSvP)