Wat werkt het beste als je ethisch gedrag wilt stimuleren? Wat kunnen werknemers zelf doen om meer te bewegen op het werk? Aan welke eisen moet inzetbaarheidsbeleid voldoen om het passend te maken voor een individu? Dit zijn de vragen die de drie winnende masterstudenten zich stelden en waarin een gedragsgerichte benadering een rol speelt. Hun onderzoek van uitmuntende kwaliteit en met praktische relevantie is door de NSvP beloond met de David van Lennep Scriptieprijs. Belangrijke boodschap van alle drie de winnaars voor organisaties: neem de stap van algemeen beleid naar specifieke gedragsinterventies: one size does not fit all!
Op 18 juni 2019 werden de prijzen uitgereikt door de jury bestaande uit prof. dr. Arnold Bakker, dr. Diana Rus en prof. dr. Maria Peeters tijdens het OmkeerEvent van de NSvP in de Metaal Kathedraal in Utrecht.
1e prijs: Wat werkt het beste als je ethisch gedrag wilt stimuleren?
Thekla Schmidt van de Rijksuniversiteit Groningen won de eerste prijs met haar scriptie over Ethisch gedrag in organisaties. Ethisch en onethisch gedrag in organisaties is een zeer relevant onderwerp, maar het is moeilijk om interventies te ontwikkelen en deze meetbaar en onderzoekbaar te maken. Thekla kwam op het idee om ethisch gedrag te onderzoeken in een praktische veldstudie, waarin mensen in een werksetting snacks konden kopen zonder dat er toezicht was op betaling. Thekla onderzocht of het variëren van woordgebruik en het verstrekken van informatie over de mensen die worden geschaad door oneerlijk gedrag, diefstal kan verminderen. Een positief geformuleerd verzoek om te betalen na het nemen van een snack werkte beter dan een negatief geformuleerde herinnering - en het effect is sterker als er een afbeelding bij geplaatst wordt van de specifieke medewerker die geschaad wordt en niet van het hele team.
Hoogwaardig onderzoek
Haar onderzoeksopzet was kwalitatief zeer sterk, het werd uitgevoerd in 104 kantoren, die willekeurig werden toegewezen aan vier interventie- en controlegroepen. Doordat het daadwerkelijke gedrag op een objectieve manier kon worden gemeten (wel of niet betalen) kon op een uitzonderlijk objectieve manier de effecten worden gemeten op ethisch en onethisch gedrag.
2e prijs: Wat kunnen werknemers zelf doen om meer te bewegen op het werk?
De tweede prijs ging naar Franklin To van de Erasmus Universiteit Rotterdam met zijn masterthesis over Bewegen op het werk. Veel mensen zitten lange dagen achter een computer, wat niet bevorderlijk is voor gezondheid en welzijn. Het onderzoek combineert economische inzichten op het gebied van 'nudging' met proactief gedrag. Nudging kan worden gezien als een duwtje in de rug om voorgenomen activiteiten ook echt uit te voeren en mensen kunnen dit ook zelf als een strategie inzetten. Franklin wist op een zeer overtuigende manier aan te tonen dat mensen die lichamelijk actiever willen worden, gebruik kunnen maken van zelfopgelegde duwtjes die de kans vergroten dat ze hun gewenste lichamelijke activiteiten ook daadwerkelijk gaan uitvoeren. Zo kan je gebruik maken van herinneringen, praten over fitnessdoelen met collega's, je kunt je hardloopschoenen op een zichtbare plek neerzetten of gebruik maken van apps en draagbare gadgets.
Geavanceerde statistische analyses
Franklin deed een onderzoek bij 41 medewerkers die op tien openvolgende dagen bijhielden hoeveel fysieke activiteiten ze hadden ondernomen, hoe hun dagelijkse energieniveau, hun mentale gezondheid en hun dagelijkse werkprestaties waren. Hij kwam tot zijn conclusies op basis van zeer geavanceerde statistische analyses. Bovendien ontwikkelde en valideerde hij een eigen vragenlijst om zijn onderzoek te kunnen uitvoeren.
3e prijs: Aan welke eisen moet inzetbaarheidsbeleid voldoen om het passend te maken voor een individu?
De winnaar van de derde prijs is Anneloes Bal van de Universiteit van Tilburg, met haar scriptie over Deelname aan inzetbaarheidsinitiatieven. Aandacht voor duurzaam inzetbaarheidsbeleid kan er toe leiden dat mensen langer en met meer plezier kunnen doorwerken, eerder een andere baan vinden, en makkelijker de weg vinden in een nieuwe organisatie. Toch is vaak niet duidelijk wat werknemers stimuleert of belemmert om ook ècht gebruik te maken van de mogelijkheden die organisaties bieden. Anneloes maakt op basis van kwalitatieve interviews duidelijk dat individuele factoren een belangrijke rol spelen. Initiatieven slaan beter aan als ze aansluiten bij de persoonlijke interesses van werkenden; ouderen maken meer gebruik van de mogelijkheden en een gezondheidsprobleem is vaak de trigger. Daarnaast speelt ook de context een grote rol: In een omgeving waar de werkdruk hoog is, is de deelname laag. Sociale steun van collega’s en leidinggevende werken juist stimulerend. Vrijwillige deelname is doorslaggevend en een spelelement of een competitie kan initiatieven aantrekkelijker maken.
Vernieuwend model
Op basis van het onderzoek heeft Anneloes een model ontwikkeld waarin de verschillende persoons-, context- en initiatief-gebonden factoren als voorspellers zijn opgenomen. Dit model kan een belangrijke impuls geven aan vervolgonderzoek en geeft ook voor de praktijk belangrijke indicatoren voor het daadwerkelijk benutten van aangeboden initiatieven.
De David van Lennep Scriptieprijs wordt jaarlijks uitgereikt door de Nederlandse Stichting voor Psychotechniek (NSvP) aan de drie beste mastertheses op het gebied van arbeid, beroep en organisatie. De prijs is een van de manieren waarop de stichting bijdraagt aan de innovatie op het terrein van de arbeids- en organisatiepsychologie. De beste scripties op dit gebied worden door de universiteiten genomineerd voor de David van Lennep Scriptieprijs. De drie winnaars ontvangen ieder een bedrag van € 3.500 als aanmoediging om op de ingeslagen weg door te gaan. De sectie die de student heeft begeleid krijgt € 1.500. De onafhankelijke jury bestond dit jaar uit prof. dr. Arnold Bakker, dr. Diana Rus en prof. dr. Maria Peeters.
De overige 20 genomineerden en hun scripties staan op deze pagina van innovatiefinwerk.nl