Werk voor iedereen: nu en in de toekomst

Wordcloud Problemen Arbeidsmarkt

Hoe ziet de arbeidsmarkt van vandaag en morgen eruit en hoe kunnen we die zo optimaal mogelijk maken voor iedereen? Zo’n 170 beleidsmedewerkers en onderzoekers kwamen samen om hierover van gedachten te wisselen tijdens een symposium van stichting Instituut Gak. Volgens hen is de grootste uitdaging op de arbeidsmarkt over tien jaar ongelijkheid, op de voet gevolgd door tweedeling en mismatch. De beschouwingen van Rutger Bregman (historicus, oprichter De Correspondent), Steven dHondt (senior onderzoeker bij TNO, gasthoogleraar KU Leuven) en praktijkcasus van de Amfors groep bij een sociaal werkbedrijf belichten ieder een deel van het veelzijdige vraagstuk over de toekomst van werk voor iedereen.

De toekomst van werk verandert continu door (inter)nationale demografische, economische, technologische, maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen. Bij de diversiteit aan vraagstukken die dit met zich meebrengt, snijdt het mes telkens aan twee kanten. Technologische vooruitgang en internationalisering bieden kansen, maar leiden ook tot zorgen over verdringing en het verdwijnen van werk. De arbeidsmarkt trekt aan waardoor de vraag naar arbeidskrachten toeneemt, maar toch staan werkgevers voor een uitdaging bij het zoeken naar personeel; de kennis en kunde van potentiële werknemers sluit vaak niet aan bij de gevraagde competenties. Mensen met een arbeidsbeperking, oudere werklozen en migranten blijven achter en ondervinden moeite om een plek op de arbeidsmarkt te vinden en te behouden. Het flexibiliseren van werk zorgt voor vrije en open marktwerking, maar roept ook vragen op over de invloed van baan(on)zekerheid en flexwerken op de geestelijke gezondheid;  burn-outs komen steeds vaker voor, vooral onder jongeren. De grote vraag: hoe ziet de arbeidsmarkt van vandaag en morgen eruit en hoe kunnen we die zo optimaal mogelijk maken voor iedereen?

Een andere kijk op arbeid

Historicus Rutger Bregman vraagt zich af of we wel het juiste perspectief hebben op werk. Volgens Bregman moeten we stilstaan bij de betekenis van werk en ons afvragen welke banen daadwerkelijk waarde toevoegen. Want hoewel banen er vaak mooi uit zien op CV en LinkedIn, vinden steeds meer mensen hun baan ‘niet maatschappelijk nuttig’. 

Hij verwijst naar de zogenaamde ‘bullshit job’: een baan waarvan degene die hem heeft zelf zegt dat hij eigenlijk overbodig is. Antropoloog David Graeber introduceerde de term enkele jaren geleden en maakte hiermee een hoop discussie los. Een peiling onder het publiek wijst uit dat zo’n 80% van de aanwezige beleidsmedewerkers en onderzoekers hun baan als nuttig voor de maatschappij beschouwen. Mooi natuurlijk, maar het roept ook de vraag op waarom de andere 20% hier niet in mee kan gaan.

Uitslag Menti-Meter op de bijeenkomst ‘’Werk voor iedereen: nu en in de toekomst’’

Volgens Graeber is het effect van bullshit jobs schadelijk: het uitvoeren van werk waarvan we diep van binnen niet geloven dat het nuttig is, leidt volgens hem tot een litteken op onze collectieve ziel. Hij gelooft dat mensen het liefst iets willen bijdragen aan de maatschappij en dat we daar ook het gelukkigst van worden. Gelukkig valt het in Nederland volgens de European Working Conditions Survey (2015) wel mee de nutteloze-banen perceptie: zo’n vijf procent van de werkenden in Nederland geeft aan ‘altijd’ of ‘meestal’ te twijfelen aan het belang van zijn of haar werk. Dit is een stuk lager percentage dan werkenden in andere Europese landen, zoals bijvoorbeeld Oostenrijk, waarbij zo’n 13% van de werkenden hieraan twijfelt. 

Mogelijk zien mensen het nut van hun baan niet als zij geloven dat hun werk net zo goed – of beter – door een robot zou kunnen worden overgenomen. Hoewel dit voor sommigen misschien als muziek in de oren klinkt, wordt het verdwijnen van banen door robotisering en technologie meestal als negatief bestempeld. Op de bijeenkomst bleek dat de tijd is aangebroken om hier anders over te denken: vanuit verschillende hoeken werd dit cliché in een ander daglicht gezet. 

Technologisering is meer dan automatisering

In een van de workshops legde senior onderzoeker Steven dHondt van TNO meer uit over de invloed van technologie op arbeid en op de arbeidsmarkt. Volgens dHondt is er sprake van een technologie-distorsie: overdreven aandacht voor de potentie van de diverse technologieën – zonder een frisse blik op de realiteit. Neem bijvoorbeeld de verwachtingen over additive manufacturing (3D printen): de opkomst van deze technologie gaat lang niet zo snel als mensen kunnen dromen. De tijd waarin fabrieken en winkels overbodig zijn omdat we alles thuis met een 3D printer kunnen fabriceren ligt nog ver van ons vandaan. Daarnaast gaan bijna alle studies naar technologisering over automatisering en haar gevolgen, waarbij vooral de vernietiging van banen door de opkomst van de robotisering onderwerp is van het publieke debat. 

Wat vaak wordt vergeten, is dat er meer valt onder het brede begrip ‘technologisering’: naast automatisering (zoals robotisering) vallen ook informatietechnologie (zoals zoeksystemen), communicatietechnologie (ondersteunt en versnelt de communicatie tussen mensen), managementsystemen (voorkomen fouten in processen en zorgen daarmee voor zero-fouten organisaties) en zogenaamde operating supportsystemen (daarover later meer) onder de paraplu. De gevolgen van deze andere vormen van technologie worden tot nu toe vaak niet in de discussie meegenomen. En dat is jammer, want deze technieken hebben ook hun invloed op arbeid en de arbeidsmarkt, die zeker als positief kunnen worden beschouwd. Zo zorgt communicatietechnologie ervoor dat er makkelijker opdrachten en feedback kan worden uitgewisseld tussen verschillende lagen binnen een organisatie. Hiermee wordt het centraliseren van bedrijfsvoering gemakkelijker gemaakt. Informatietechnologie zorgt juist voor het omgekeerde: bijvoorbeeld door het gebruik van zoeksystemen, kan in steeds meer gevallen de communicatie volledig worden omzeild. Met behulp van systemen komen we steeds sneller en efficiënter tot antwoorden die anders via communicatie verkregen moesten worden. Hierdoor veranderen we volgens dHondt steeds meer in een homo universalis, een alleskunner dus. 
Met andere woorden: een focus op automatisering doet geen recht aan de omvang van de verschillende technologieën en hun invloed op arbeid en de arbeidsmarkt. Daarnaast wijst dHondt op het gat tussen de technologische potentie en daadwerkelijke realisatie en toepassing van technologie. Daartussen ligt nog een groot veld van ‘technologische strategie’, waar tijd en geld geïnvesteerd moet worden door bedrijven als de impact van technologie daadwerkelijk tot uiting wil komen. In de onderzochte bedrijven en sectoren binnen het onderzoek van TNO wordt op dit moment het meest geïnvesteerd in communicatietechnologie – het verwachte directe gevolg van technologie op de werkvloer is dus met name centralisering en werkspecialisatie.  

Meer werkplezier en productiviteit dankzij technologie 

De positieve en directe impact die technologie kan hebben wordt nog verder duidelijk als Ronald de Koning en Roald Klumpenaar van de Amfors groep de toepassing van een Operator Support System (OSS) in een sociaal werkbedrijf presenteren. Operator ondersteunende technologie biedt mensen fysieke of mentale ondersteuning tijdens hun werk. Hierdoor wordt werk makkelijker en plezieriger en kunnen werknemers meer en complexer werk aan: een win-win situatie voor iedereen. In het sociale werkbedrijf in Amersfoort worden medewerkers door een slimme beamer met bewegingsdetectie ondersteund bij het in elkaar zetten van complexe producten, zoals een LED-straatlantaarn of een elektriciteitskast. De werkinstructies worden op de werkplek geprojecteerd en leiden medewerkers stap voor stap door het assemblageproces – zie de video. Het resultaat: meer werkplezier en een hogere productiviteit. Een mooi voorbeeld dat technologisering helemaal niet hoeft te leiden tot het verdwijnen van banen maar juist leidt tot meer werkplezier - ook voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. 

 

De dag werd positief afgesloten door econoom Mathijs Bouman die het publiek wederom geruststelde over de gevolgen van robotisering – die gevreesde automatisering waar veel mensen zo bang voor zijn. Tussen 2006 en 2018 zijn er verschillende onderzoeken uitgevoerd naar het effect van robotisering op werkgelegenheid en de uitkomsten verschillen sterk. Volgens het ene onderzoek wordt het beschikbare werk in de nabije toekomst nagenoeg gehalveerd met zo’n 47% (Frey and Obsorn, 2013) – het andere onderzoek voorziet met een voorspelling van 9% een stuk lagere impact (Arntz, Zierhan and Gregory, OECD, 2016). Toch hoeven we ons volgens Bouman geen zorgen te maken: hoewel banen verdwijnen, blijft werk bestaan. Uit de sectorcijfers tussen 1807-2016 (CBS, zie hieronder), blijkt dat de hoeveelheid werk hetzelfde blijft: het verschuift alleen naar andere sectoren. Bijvoorbeeld van de industriële naar de zakelijke dienstverlening - een sector die medio 1950 nagenoeg niet bestond, maar waar anno 2018 een groot gedeelte van de beroepsbevolking in werkzaam is. 
Natuurlijk wel hopen dat deze banen niet allemaal bullshit-jobs zijn – maar gelukkig zijn we daar zelf bij! 

Werkgelegenheid per sector (CBS), uit de presentatie van Mathijs Bouman

 



Op maandag 3 december 2018 organiseerde stichting Instituut Gak de bijeenkomst ‘’Werk voor iedereen, nu en in de toekomst’’ in het Gooiland Theater in Hilversum. Tijdens het welkomstwoord maakte Instituutsvoorzitter Frederik Buijn de missie kenbaar: sturen op de gezamenlijke impact van beleid en wetenschap. Instituut Gak daagt onderzoekers uit om bij de presentatie van de resultaten expliciet aandacht te besteden aan de vertaling naar de beleidspraktijk en impact. Dit artikel is tot stand gekomen op basis van dit symposium.
 

Thema's

Onderwerpen

Over NSvP

De NSvP maakt zich hard voor een menswaardige toekomst van werk. We stellen de vraag hoe de arbeidsmarkt van morgen eruit ziet en onderzoeken hoe werk zodanig kan worden ingericht dat het bijdraagt aan de menselijke waarden en behoeften. We zijn een onafhankelijke stichting. We financieren als vermogensfonds innovatieve projecten op het snijvlak van mens, werk en organisatie.

Rijnkade 88
6811 HD Arnhem
info@nsvp.nl
026 - 44 57 800

 

Vind ons op Facebook
Volg ons