Wie is ook alweer de klassieke figuur die ontdekte dat hij proza sprak? Zijn naam is me ontschoten, maar ik lijk wel een beetje op hem, want sinds kort snap ik dat ik ooit aan job crafting heb gedaan. Bijvoorbeeld tijdens het geven van hoorcolleges voor grote groepen studenten. Jarenlang was het lastig om orde te houden; de hele tijd liep ik op mijn tenen voor de klas. Totdat ik een andere houding aannam. Ik ging me gedragen als een gast die is uitgenodigd om in een gezelschap iets te vertellen. Een goede gast begint pas te praten als iedereen naar hem wil luisteren. Zolang de leden van het gezelschap nog onderling hun gesprekken voeren, behoort een gast beleefd te zwijgen. En dat bleek goed te helpen: als docent val ik stil zodra studenten beginnen te praten. Ook in andere opzichten is het heel prettig om me als beleefde buitenstaander op te stellen.
Job crafting betekent: in kleine stapjes je eigen werk interessanter, uitdagender en leuker maken. Het sluit aan bij de politieke filosofie van Karl Popper. Volgens Popper verandert de wereld niet ten goede door een revolutionair politiek programma te verwezenlijken. Grote programma’s maken miljoenen slachtoffers. Popper zag meer heil in piecemeal social engineering. En dat is een mooi equivalent van het begrip job crafting. Zet kleine stapjes, dan kom je een heel eind.
Ik heb Popper één keer een lezing horen geven. Hij hield op een fantastische manier orde, een klein beetje anders dan de manier waarop u en ik dit zouden doen. Popper had namelijk iemand meegenomen die een bord omhoog hield, waarop in grote letters te lezen stond dat de professor onmiddellijk met praten zou stoppen zodra iemand het waagde om een sigaret op te steken. Niemand rookte; iedereen luisterde eerbiedig. En we waren ook heel nieuwsgierig naar het uithoudingsvermogen van Poppers knecht.
Poppers voorkeur voor kleine stappen is gebaseerd op politieke argumenten. Toch is er ook in psychologisch opzicht wel iets voor te zeggen. Wie een bepaalde vaardigheid wil ontwikkelen, moet routines aankweken. Het kost minstens vijfduizend uur geconcentreerd werken om ergens goed in te worden (en tienduizend uur om er héél goed in te worden). Als ik mijn manier van werken radicaal wil veranderen, duurt het erg lang voordat ik weer mee kan tellen. Kleine veranderingen zijn echter te beschouwen als variaties op goed ingeslepen gedragspatronen. Het gaat nu om minutenwerk. Als de uitkomst me niet bevalt, kan ik snel weer op routines terugvallen.
Toch is durf nodig om af te wijken van het vertrouwde. Net zoals bij je hoofd opeens kaal scheren, of je haar in een (andere) kleur verven. Voordat ik daaraan begin, wil ik eerst een training volgen. En het feit dat iemand proza spreekt, betekent nog niet meteen dat die persoon een goed verhaal vertelt. Veel mensen moeten dat stap voor stap leren, net als job crafting.
Reageren