Een van de consequenties van het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd is dat werknemers langer moeten doorwerken. Leeftijdgerelateerde cognitieve achteruitgang van aandacht en geheugenfunctie kan dan merkbaar worden in het werk. Terwijl er juist een beroep wordt gedaan op deze vaardigheden technologische ontwikkelingen. In het kader van het project 'Duurzame inzetbaarheid oudere werknemers & nieuwe media' is de effectiviteit van training voor het verbeteren van cognitieve functies van ouderen onlangs onderzocht. Training, van zeer cognitief tot een algemene vitaliteitstraining, hebben zeer zeker nut, blijkt uit onderzoek van Katinka Dijkstra en Daantje Derks. Cognitief bezig zijn in een gerichte training of een meer indirecte training van informatievaardigheden op relevante onderwerpen, draagt bij aan de cognitieve vaardigheden.
Vergelijking effect cognitieve training en vitaliteitstraining
In het onderzoek is de effectiviteit van een cognitieve training, gericht op de verbetering van aandacht- en geheugenfunctie vergeleken met het effect van een vitaliteitstraining die gezond leven als uitgangspunt had. Een effectieve training zou eraan bijdragen dat oudere werknemers langer cognitief vitaal blijven en met plezier hun werktaken blijven vervullen.
De voor- en nameting
De deelnemers waren zowel jongeren van ongeveer 20 jaar oud, als ouderen van ongeveer 61 jaar oud. Vooraf aan de cognitieve en vitaliteitstraining, deden de deelnemers een uitgebreide cognitieve test. Daarmee konden we later vergelijken of er vooruitgang was geboekt ten opzichte van het beginniveau. In deze test werden met name vaardigheden die op latere leeftijd moeilijker te behouden zijn getest, zoals geheugen- en aandachtstaken. Ook werden taken met visuele en auditieve afleiders aangeboden, omdat ouderen hier meer moeite mee lijken te hebben dan jongeren.
Cognitieve training, vitailiteitstraining en serious gaming
In de cognitieve training werden gedurende twee weken aandacht- en geheugentaken getraind die vergelijkbaar waren met die in de voormeting en nameting werden getest.
De vitaliteitstraining legde de nadruk op gezond eten, bewegen en ontspanning door middel van relevante informatie van internet en het doen van ontspanningsoefeningen.
Alle deelnemers speelden bovendien thuis een computerspel thuis, een ‘serious game’ op dagen dat ze niet aan de training deelnamen. Het spel trainde strategie en doorzettingsvermogen..
Voorlopige bevindingen: iedereen boekt vooruitgang
De uitkomsten zijn ietwat verrassend: in bijna alle taken werd door iedereen vooruitgang geboekt. Voor beide trainingen, door zowel voor jongeren als door ouderen. Het is op zich goed dat beide trainingen effectief bleken te zijn. Maar we hadden verwacht dat de cognitieve training, die aansluit bij de taken waarop ouderen achteruit gaan, het meeste effect zou hebben.
Hiermee dient zich direct de vraag aan hoe dit mogelijk is. Daar zijn verschillende verklaringen voor. Een eerste verklaring is de ‘alles werkt’-verklaring. Cognitief bezig zijn, is goed voor prestatie op cognitieve taken. Waarmee men cognitief bezig is, is wellicht minder van belang dan het intensief cognitief bezig zijn op zich. Een tweede verklaring is hieraan gerelateerd, en kan worden omschreven als de ‘effectieve vitaliteitstraining’-verklaring. Deze houdt in dat een vitaliteitstraining die ogenschijnlijk geen verbetering nastreeft van aandacht en geheugen, ongekende opbrengsten heeft opgeleverd. Dit kan zijn in de zin van bewustwording bij de proefpersonen over het belang van een gezonde levensstijl maar ook het oefenen van het vinden van informatie op het internet en het beantwoorden van vragen over deze informatie. De verklaringen behoeven verder onderzoek, onder andere om na te gaan of de cognitieve training minder effectief bleek te zijn dan verwacht was of dat de vitaliteitstraining beter werkte dan verwacht.
Gerelateerde bevindingen
Verder onderzoek zou moeten uitwijzen welke verklaring het meest steekhoudend is. Ook zou het toevoegen van een zogenaamde ‘wachtlijst groep’ die alleen een voor en nameting doet zonder enige training in de tussentijd een zinvolle vergelijking van de resultaten opleveren. Naast de cognitieve taken hebben alle deelnemers een serious game gespeeld waarin ze klanten van een reisbureau moesten adviseren in het boeken van de juiste vlucht. Ook hier zagen we dat alle deelnemers vooruitgang boekten na de trainingsperiode. Dit resultaat is van extra toegevoegde waarde om de taak zich in een reële werkcontext afspeelt. Dat betekent dat het effect van de trainingen mogelijk verder gaat dan alleen verbetering op de getrainde taken, maar ook kan leiden tot transfer naar de werkvloer.
Praktische implicaties
Tot dusver is er bewijs voor het nut van een training, zowel voor jongeren als voor ouderen. Dit geldt zowel voor een zeer cognitief georiënteerde training als voor de vitaliteitstraining. Een implicatie van deze bevindingen is dat ‘cognitief bezig zijn’ of dat nu in de vorm van een gerichte training op aandacht en geheugen, of een meer indirecte training van informatievaardigheden van relevante onderwerpen is, bijdraagt aan de cognitieve vaardigheden van deze persoon. Dit is een belangrijk resultaat voor werkgevers die vertrouwen kunnen hebben in het leervermogen van hun oudere werknemers, maar ook voor jongeren en ouderen zelf, die nu weten dat mentale fitheid wel degelijk kan toenemen onder de juiste omstandigheden. Uit de gerelateerde bevindingen kwam verder naar voren dat het voor werkgevers aantrekkelijk kan zijn om oudere werknemers te blijven trainen. Het is een veel gehoord vooroordeel dat ouderen minder flexibel zouden zijn. Bovendien wordt er in de regel minder geïnvesteerd in trainingen voor oudere werknemers ten opzichte van jongere werknemers. Uit onze resultaten blijkt dat ouderen ook in staat zijn om cognitieve vooruitgang te boeken en dat dit ook zou kunnen bijdragen aan goede resultaten op de werkvloer.
Lees meer over het project 'Duurzame inzetbaarheid oudere werknemers & nieuwe media' en de onderzoeksblog: Altijd bereikbaar. Is smartphone-gebruik eigenlijk wel zo smart?
Reageren