Blij met uw tevreden medewerker? Of heeft u toch liever een bevlogen medewerker? Met een beetje pech leunt een tevreden medewerker achterover terwijl bevlogen medewerkers energiek en actief zijn. Maar hoe zorg je voor die bevlogenheid? En kunnen medewerkers er zelf voor zorgen, bijvoorbeeld door met jobcratfting een werkomgeving te creëren die bij hen past? Een gesprek met Arnold Bakker, hoogleraar Arbeids- en Organisatiepsychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij zorgde er voor dat de wetenschappelijk onderzochte jobcrafting test, als basis voor bevlogenheid, nu voor iedereen digitaal toegankelijk is.
Wat is bevlogenheid eigenlijk?
“Bevlogenheid is een toestand waarbij er sprake is van veel energie voor je werk; vitaliteit noemen we dat. Daarnaast is er toewijding; je bent enthousiast over je werk en gaat er helemaal in op. Je bent heel geconcentreerd bezig en vergeet alles om je heen. Daardoor krijg je het gevoel dat de tijd vliegt.”
Is bevlogenheid iets anders dan 'flow'?
“Bevlogenheid wordt meestal gedefinieerd als een algemene toestand, als hoe je in het algemeen in je werk staat. 'Flow' is een piekervaring: hoe voel je je nu, of tijdens het uitvoeren van een bepaalde activiteit? We zijn de afgelopen jaren begonnen met het meten van dagelijkse bevlogenheid, dat komt al dichter in de buurt van flow. Het verschil is dus de timing van het concept. Een flow kun je niet altijd hebben, maar je kunt wel altijd bevlogen zijn over je werk.”
Altijd bevlogen. Kun je dat wel vol houden?
“Het is denk ik een kwestie van een goed ritme tussen bevlogen zijn op je werk en afstand nemen buiten je werk. Als je bevlogen doordraaft, gaat het lijken op werkverslaving. Dat is erg ongezond, niet alleen fysiek, maar ook voor je relatie, de omgang met andere mensen, zowel binnen als buiten je werk.”
Rust is dus cruciaal?
“Ja. Herstel na het werk door sociale dingen te doen of je bezig te houden met je hobby’s of andere dingen dan je werk. Mensen die dat meer doen, die herstellen beter en zijn de volgende dag op hun werk meer bevlogen.”
Voor de tv hangen is dus niet goed?
“Sommige studies laten zien dat niets doen ook kan helpen, maar dat geldt denk ik vooral als het in combinatie is met iets doen. Even uitrusten en passief tv kijken is prima, maar een hele avond voor de tv hangen, is niet goed voor je herstel. Dat komt waarschijnlijk omdat je uit activiteiten in je vrije tijd allerlei voordeel haalt; het verrijkt je. Daardoor slaap je waarschijnlijk beter. Daar zijn aanwijzingen voor. Het gaat om het ritme tussen bevlogen en geconcentreerd bezig zijn en volop afstand nemen. Het is een opwaartse spiraal: als je bevlogen bent op je werk, kom je goed gemutst thuis. Je zet het werk gemakkelijker van je af, zit je niet te piekeren en heb je zin om leuke dingen te doen.”
Kan iedereen bevlogen zijn?
“Mensen die emotioneel onstabiel zijn of hoog scoren op neuroticisme zijn gemiddeld genomen minder bevlogen. Waarschijnlijk komt dat omdat ze meer moeite hebben met werkdruk, lastige cliënten of allerlei cognitieve taken.
Verder is extraversie een positieve voorspeller, dus mensen die daar laag op scoren, hebben meer moeite met bevlogenheid. Openheid voor nieuwe ervaringen hangt positief samen met bevlogenheid. En mensen die consciëntieus, precies en nauwgezet zijn, zijn ook vaker bevlogen. Het zijn persoonlijkheidstrekken die je waarschijnlijk helpen om je werk goed te doen.”
Is bevlogenheid voor elk soort werk mogelijk?
“Het hangt ook af van de situatie. Als je heel lastig werk hebt, is het moeilijker bevlogen te raken. Misschien past het werk niet goed bij je; misschien ben je verpleegkundige op een spoedafdeling maar kun je daar niet zo goed tegen. Of ben je leerkracht geworden omdat je graag met kinderen werkt, maar dan blijken die kinderen heel vervelend te zijn. Dat kan je bevlogenheid erg ondermijnen. Bovendien worden mensen ouder, banen veranderen, de organisatie verandert. Ook daardoor kan het zijn dat het werk niet meer bij je past zoals dat oorspronkelijk wel het geval was.”
Maar zijn er speciale banen waar het moeilijker bij is? Een suppoost?
“Dat is een mooi voorbeeld. Maar als je heel introvert bent dan past die baan misschien wel goed bij je. Over suppoosten heb ik geen studies gezien maar ik kan me een serie in de Volkskrant herinneren waarin mensen vertelden over hun favoriete kunstwerk. Een suppoost was bijzonder enthousiast over een bepaald kunstwerk waar hij elke dag tegenaan keek, ook na vijf jaar nog. Voor een introvert iemand kan zo’n baan heel prettig zijn. Of neem een computerprogrammeur. Een introvert persoon kan veel plezier halen uit het zelfstandig werken aan software. Maar zet je een extravert persoon in een kamertje zonder mensen om zich heen, dan zal dat zijn bevlogenheid ondermijnen.”
En een beveiliger, iemand die de hele dag weinig te doen heeft?
“We hebben onderzoek gedaan bij de marechaussee. In de meeste gevallen valt het met de stress wel mee, maar degenen die op Schiphol werken, hebben veel stress, omdat ze sterk overbelast worden. Aan de andere kant is de stress bij de beveiligers van paleizen die niets te doen hebben ook hoog. Onderbelasting is eveneens stressvol.
De oplossing is om het werk dat soort beroepen met zich meebrengt niet te lang achter elkaar te doen. Je kunt aan een soort roulatiesysteem denken, waarbij collega’s elkaar afwisselen. Neem een callcenter waar mensen klachten moeten opvangen. Laat een deel van het personeel ‘s ochtends aan de telefoon zitten om de klachten aan te horen, die ze dan ’s middags mogen oplossen. En doe het voor een andere groep andersom.”
Wat kan een leidinggevende doen om de medewerkers bevlogen te houden?
“De leidinggeven kan de juiste voorwaarden scheppen. Zorgen voor een goede combinatie van werkdruk, taakeisen en hulpbronnen zodat mensen goed kunnen functioneren. Zij kunnen zorgen voor voldoende autonomie in het werk, voor feedback, ontplooiingsmogelijkheden, sociale steun enzovoorts. Want met voldoende hulpbronnen kun je een hoge werkdruk aan en kun je beter omgaan met je taakeisen. Als het werk heel zwaar wordt, helpt het als een collega bijspringt. Of als het heel druk is, is het fijn als je autonomie hebt om te bepalen wanneer je dat werk precies gaat doen.”
En de stijl van leidinggeven?
“De kwaliteiten van de leider zijn ook van belang. Transformationeel leiderschap is het beste, dat betekent dat de leidinggevende charismatisch en inspirerend is en zorgt voor uitdaging. Een bevlogen leidinggevende steekt zijn (of haar) medewerkers wellicht aan, blijkt uit studies. Mogelijk werkt het als volgt: een transformationeel leider heeft meer aandacht voor zijn medewerkers, hij geeft dan meer feedback, meer steun en zo schept hij de juiste voorwaarden.”
Wat kan de werknemer zelf doen?
“Die is net zo goed verantwoordelijk voor zijn of haar eigen bevlogenheid. Als je niet meer tevreden bent, kun je naar je leidinggevende toestappen voor hulp, steun of feedback of om te vragen of je een opleiding mag volgen. Ook via job crafting kan het, dat betekent kort gezegd: zelf zorgen dat je werkomgeving goed bij je past. Een eerste stap is onderzoeken hoe het staat met je eigen bevlogenheid. Dat kan nu makkelijk met de jobcraftingtest die wij via www.innovatiefinwerk.nl voor iedereen toegankelijk hebben gemaakt. Organisaties en medewerkers hebben hier een goed en wetenschappelijk instrument in handen om feedback te krijgen op hun bevlogenheid en te zien hoe zij het werk beter bij hun eigen specifieke wensen kunnen aanpassen. Het zet mensen in beweging om te gaan jobcraften.”
Als mensen gedemotiveerd zijn geraakt, kun je ze dan nog bevlogen krijgen?
“Dat is lastig. Mijn conclusie is zo langzamerhand: als je eenmaal in zo’n situatie zit, kom je er moeilijk weer uit. Als je chronisch moe bent, heb je nergens zin in, ga je reactief zitten afwachten, herstel je niet goed en dus kom je de volgende dag moe op je werk. Het is een negatieve spiraal. Dan ingrijpen is mogelijk, maar het is lastig. Je begint met een achterstand. Het is als een voetbalwedstrijd die je begint met allemaal vermoeide spelers. Het kost in ieder geval veel tijd. Ik heb wel eens gedacht dat er een soort litteken kan ontstaan. Daar heb ik geen wetenschappelijk bewijs voor, maar mijn hypothese zou zijn: als je eenmaal bent opgebrand, blijf je daar last van houden. Dat is slecht nieuws inderdaad. We kunnen er dus veel beter voor zorgen dat mensen bevlogen zijn en blijven.”
En hoeveel mensen zijn er in Nederland bevlogen aan het werk?
“Ik heb dat zo’n tien jaar geleden uitgerekend op basis van gegevens van 20.000 mensen: zo’n twaalf procent is bevlogen. Maar dan houd ik heel strenge criteria aan, het zijn mensen die elke dag energiek, vitaal, enthousiast, toegewijd en geconcentreerd bezig zijn. Onlangs heb ik dat opnieuw uitgerekend met een kleinere recente steekproef. Het is met veertien procent ongeveer gelijk gebleven. Dat lijkt misschien weinig, maar ik vind het best een grote groep. Zeker als je bedenkt dat zo’n vier tot vijf procent van de mensen opgebrand is in het werk, weer volgens strenge criteria. Er zijn dus drie keer zoveel mensen bevlogen, veel mensen proberen er echt wat van te maken.”
Zoeken bevlogen mensen elkaar op in een organisatie?
“Op organisatieniveau is dat moeilijk te vinden, maar je ziet het wel binnen teams. Je hebt groepen met veel bevlogen medewerkers; het is dan of ze samenklonteren. Het kan zijn dat men elkaar aansteekt, het kan liggen aan de optimale werkomgeving en aan een heel enthousiaste leider of aan al die factoren bij elkaar.”
Zijn sociale media stoorzenders voor bevlogenheid?
“Wel voor de absorptie in het werk. En als je doorslaat in het gebruik van Facebook en Twitter, krijg je minder werk voor elkaar. Maar er zitten ook positieve kanten aan. Tijdens het werk is een minibreak niet noodzakelijk slecht. Het kan ook zijn dat je door sociale media meer steun krijgt, makkelijker je hulpbronnen weet je vinden. Er zijn bovendien gesloten systemen, zoals Yammer, waarin collega’s elkaar kunnen opzoeken. Ik ken voorbeelden van mensen die zo gemakkelijk in contact komen met collega’s met uiteenlopende expertises."
Ben je zelf bevlogen?
“Haha, ik denk het wel. Dat is voor een deel persoonlijkheid. Ik was altijd al nieuwsgierig en aan het lezen en zoeken naar dingen. Ik doe eigenlijk nog hetzelfde als toen ik zes was: schrijven, rekenen, op onderzoek uit gaan. Dat is niet iedereen gegeven. Niet iedereen kan kiezen wat bij hem past, soms ontbreken bepaalde vaardigheden. Of men heeft gewoon letterlijk pech, zoals wanneer je buiten je schuld betrokken raakt bij een ongeval. Het is niet altijd gemakkelijk. Maar mijn stelling blijft: op elk potje past een deksel. Je moet er alleen wel aan werken.”
Kijk mee naar het interview met Arnold Bakker over 12% bevlogen werknemers
Kijk mee naar wat Arnold Bakker in 1 minuut vertelt over bevlogenheid in 'One minute Education'
Professor. dr. Arnold B. Bakker is hoogleraar Arbeids- en Organisatiepsychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en voorzitter van de EAWOP (European Association of Work and Organizational Psychology)
Reageren