Als we de onderwijsrapporten van de laatste jaren erop na slaan (commissie Dijsselbloem, Rinnooy Kan), blijkt dat veel docenten niet tevreden zijn met de organisatiecultuur in de school en het onderwijsveld in het algemeen. Zij ervaren onderwijsvernieuwing vaak als 'van bovenaf opgelegd'. En dat terwijl algemeen erkend wordt dat arbeidstevredenheid vaak samenhangt met een zekere mate van invloed op de organisatie. Zo lang de docent voor de klas staat, is hij of zij vaak tevreden, maar het lijkt alsof de frustratie toeslaat zodra de docent het klaslokaal verlaat.
Als we het onderwijs willen verbeteren, liggen er dus kansen op het gebied van de organisatiecultuur in de school 'buiten het klaslokaal' en de invloed die docenten daarop zouden kunnen uitoefenen. Docenten zouden de kans moeten krijgen om, als ze een goed idee hebben, het heft in eigen hand te nemen om de organisatiecultuur op school - of zelfs in het onderwijsveld als geheel - te verbeteren. In de praktijk is het helaas zo dat er tal van bureaucratische en culturele obstakels zijn die individuele actoren binnen de school ervan weerhouden om goede ideeën te realiseren. En dat is zonde. Want op die manier weerhoud je creatieve en innovatieve ontwikkelingen van 'onderaf' ervan om tot bloei te komen.
Het programma Onderwijs Pioniers stelt docenten met financiële en intellectuele ondersteuning in staat een creatief en innovatief idee te realiseren dat bij zou kunnen dragen aan de potentie van de school. Op deze manier ontstaat meer binding en gevoel van eigenaarschap en wordt het innovatieve vermogen van scholen zelf versterkt.
Onderwijs Pioniers Publicatie: een experiment met sociale innovatie in het Onderwijs
Met ondersteuning van de Nederlandse Stichting voor Psychotechniek (NSvP) is onderzoek gedaan naar de werkende principes die ten grondslag liggen aan het programma Onderwijs Pioniers. Deze zijn vastgelegd in een publicatie.
Wat we met name wilden onderzoeken is hoe je vernieuwing ‘van onderop’ kunt organiseren. Hoe kun je van scholen zelfoplossende organisaties maken, waar alle werknemers medeeigenaar zijn van de vernieuwing die er plaats vindt? Zou het zo kunnen zijn dat scholen op die manier beter kunnen inspelen op hun huidige en toekomstige uitdagingen en dat dit tegelijkertijd het lerarenvak aantrekkelijker maakt? Bij deze aanpak mag je immers als professional zelf bepalen welke innovaties er binnen de school worden aangepakt en worden jouw ideeën en mogelijke oplossingen serieus genomen. Het is een manier van werken die bij grotere innovatieve organisaties al jaren een plek heeft verworven, en ook het begrip ‘lerende’ organisatie is zeker niet nieuw. Toch is het momenteel nog zo dat scholen organisaties zijn waar volop geleerd wordt, maar of het ook ‘lerende organisaties zijn?’
Met de lessen en observaties uit het programma willen we via deze publicatie graag een constructieve bijdrage leveren aan de kennis over schoolorganisaties en de discussie aanwakkeren wat sociale innovatie kan betekenen voor het onderwijsveld.
Vijf principes voor onderwijsinnovatie
In ‘Onderwijs Pioniers; van klacht naar oplossing, de leerkracht als vernieuwer’ zijn vijf principes geïdentificeerd die de onderwijsinnovatie bevorderen:
- Benut de potentie van de leerkracht als professional
- Stimuleer samenwerking en dialoog tussen leerkrachten
- Organiseer ondersteuning
- Bouw aan reflectie
- Zorg voor betrokken leiderschap met lef
De publicatie illustreert hoe deze principes in de praktijk bijdragen aan oplossingen voor alledaagse uitdagingen in de schoolorganisatie. Zo ontstaan dynamische, zelfstandige en zelfvernieuwende schoolorganisaties die de uitdagingen van de toekomst aan kunnen.