Het CPB deed onderzoek naar de determinanten van de arbeidsparticipatie van vrouwen op lange termijn, het effect van ouderschap op het inkomen en de collectieve baten van economische zelfstandigheid.
Het gemiddelde inkomen van vrouwen daalt sterk in de eerste twee jaar na de geboorte van het eerste kind, terwijl er slechts een zeer beperkt effect is op het inkomen van mannen. Het verschil wordt niet kleiner in de eerste acht jaar na de geboorte. Dit staat in de publicatie ‘Arbeidsparticipatie, gewerkte uren en economische zelfstandigheid van vrouwen’ die het Centraal Planbureau (CPB) heeft gepubliceerd in september 2019. Het verlies aan inkomen van vrouwen ten opzichte van mannen is acht jaar na de geboorte van het eerste kind gemiddeld 39%. Dit is hoger dan in Scandinavië maar lager dan bijvoorbeeld in Duitsland en Oostenrijk. In Nederland wordt de daling van het inkomen voornamelijk veroorzaakt doordat moeders minder uren gaan werken. Er zijn niet veel moeders die helemaal stoppen met werken of minder uurloon ontvangen. Dit komt mogelijk doordat deeltijdwerk veel voorkomt in Nederland, ook ten opzichte van andere EU-landen.
Het onderzoek vond plaats op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Deeltijdwerk - het rapport is hier te downloaden.