Het moet normaal worden dat mensen zich naast hun baan inzetten voor kwetsbare maatschappelijke sectoren als zorg en onderwijs. Met het nieuwe NSvP-programma ‘Werken in Breder Belang’ wil programmamanager Luc Dorenbosch het gevoel van urgentie terugbrengen dat in coronatijd ontstond.
Tijdens de eerste coronagolf stond Nederland op dinsdag 17 maart 2020 om acht uur ’s avonds op balkons drie minuten te applaudisseren om zorgmedewerkers een hart onder de riem te steken. Later die maand leverde het initiatief ‘Extra handen voor de zorg’ 24.000 aanmeldingen op van mensen die iets wilden doen om de corona-druk op de zorg te verlichten. De coronacrisis ligt achter ons, maar de druk door personeelstekort op de zorg en het onderwijs is niet verdwenen. Het gevoel van urgentie om als samenleving kwetsbare sectoren overeind te helpen houden, lijkt echter te zijn verdampt.
“Het moet meer normaal worden dat je een deel van je tijd en je skills inzet voor het bredere maatschappelijke belang”
“Zijn we dat applaus voor zorgmedewerkers collectief vergeten?”, vraag Luc Dorenbosch, programmamanager bij NSvP, zich af. “Het bewustzijn van de kwetsbaarheid van de zorg dat er tijdens de coronacrisis was, lijkt verloren te gaan. Toen het er echt op aan kwam, ontstonden er creatieve oplossingen en was er veel welwillendheid bij de mensen om iets bij te dragen. We beseften dat we in een land leven waar dingen met elkaar te maken hebben. We leven en werken niet op elk een eigen eiland. Het gevaar bestaat dat we nu weer terugbuigen in de oude stand. Dat we ons weer terugtrekken op ons eigen eiland. Als NSvP willen we bijdragen aan het behoud van dat bewustzijn, en de noodzaak van werken in breder belang benadrukken.”
Maatschappelijk belangrijk
Met een nieuw programma ‘Werken in Breder Belang’ wil de NSvP (Nederlandse Stichting voor Psychotechniek, opgericht in 1926) datgene wat er in de corona-noodsituatie ontstond, ombuigen naar een normale situatie. Dat het normaal is dat je een deel van je tijd en je skills inzet voor het bredere maatschappelijke belang. Omdat die inzet noodzakelijk is voor het in stand houden van kwetsbare voorzieningen en voor het realiseren van een toekomstbestendige arbeidsmarkt. Dat ook mensen in een comfortabele, niet-bedreigde en goedbetaalde baan, een serieuze bijdrage leveren aan functies en sectoren in de samenleving waar dat nodig is. Niet als bijzaak of vrijwilligerswerk, maar ook gewoon betaald. Dorenbosch: “We hebben iets uitgevonden en getest. Het werkte en nu doen we er niets meer mee. Daar wil ik niet in berusten.”
“Met het programma willen we onderzoeken hoe we dat kunnen organiseren”, zegt Dorenbosch. “Wat is ervoor nodig om het goed te laten werken? We willen het thema werken in breder belang weer actueel maken en een plek geven in de organisaties van nu. Dat debat willen we agenderen. Daarnaast gaan we de initiatieven die er al zijn, zoals de Nationale Zorgreserve, in beeld brengen om te tonen hoe het kan werken. In de regio Brainport Eindhoven loopt bijvoorbeeld een initiatief waarbij de medewerkers van technologiebedrijven een bijdrage leveren aan het onderwijs door voor de klas te staan. Zoiets gaat niet vanzelf, dat moet je organiseren. Die initiatieven inspireren en laten zien dat het kan.”
Laagdrempelige instap
De derde lijn waar het programma op inzet zijn de zogeheten ‘points of entry’, de toegangswegen ernaartoe. Dorenbosch: “Iemand kan bedenken iets in de zorg te willen doen, maar heeft geen idee hoe hij of zij dat aan moet pakken. Zo iemand zou laagdrempelig ergens binnen moeten kunnen stappen om te ontdekken wat er kan, waar behoefte aan is en wat zijn of haar rol kan zijn. Zonder tegen een muur aan te lopen. Die ingangen zijn heel belangrijk en moeten vorm krijgen. Wij weten ook wel dat dit niet voor iedereen is weggelegd. Maar we hebben gezien dat het kan en mensen hebben het zichzelf zien doen. Wij denken dat we als samenleving ons niet de luiheid kunnen permitteren hier niet over na te denken.”
“Als niemand het ziet gebeuren, gaat het niet gebeuren. Daarom willen we als NSvP het veld maaien.”
“Er zijn veel mensen die het belangrijk vinden om een bijdrage te leveren. Die bijdrage kan in het verlengde liggen van iemands skills, maar dat hoeft niet. Je kunt over de grenzen van je beroep heen kijken en iets gaan doen wat je in je baan mist. Het is niet de bedoeling dat iedereen uitgebreid omgeschoold gaat worden. Naast een skill-based keuze zal dit vooral een ‘will-based’ keuze moeten zijn, vanuit de motivatie van het breder belang. Het leveren van een bijdrage geeft voldoening en waardering en wie bijvoorbeeld een bijdrage levert aan de zorg, profiteert er zelf ook van als de zorg goed op orde is. De vraag: ‘Wat zou je kunnen en willen bijdragen aan onze zorginstelling of school?’, hoeft geen vervelende vraag te zijn. Een ouder die een kind naar school brengt, kan die vraag gewoon krijgen. Als die ouder bijvoorbeeld ICT’er is, kan hij of zij vast iets waardevols doen op een school.”
Het gemaaide veld
“Een werkgever kan via gedeeld werkgeverschap een cruciale rol spelen om te faciliteren dat een deel van de medewerkers naast of tijdens werk bijdraagt aan de samenleving. Daarbij zullen we praktische zaken of belemmeringen tegenkomen, maar daar komen we wel uit, denk ik. Dat lukte in coronatijd ook en dat is voor mij een toetssteen. Het gaat erom dat je je een voorstelling kunt maken dat dit normaal wordt. Dat is volgens mij eerder een obstakel dan de praktische zaken. Als niemand het ziet gebeuren, gaat het niet gebeuren. Daarom willen we als NSvP het veld maaien. Laten zien hoe het gemaaide grasveld eruit ziet en de weg vrij maken om dingen te doen.”
“Hoe mooi zou het zijn als je in je LinkedIn-profiel zou kunnen aangeven op welk terrein je een bijdrage aan het brede maatschappelijke belang zou willen leveren? Een programmeur die aangeeft dat hij zichzelf wel een dag in de week of maand in een verpleeghuis ziet werken. Of een jurist die graag iets met kinderen met een beperking in het autistisch spectrum zou willen doen. Zo’n aanpassing in LinkedIn zou het matchingproces enorm kunnen vergemakkelijken. Partijen die op zoek zijn naar mensen kunnen dan gerichter zoeken en met mensen in contact komen. Zo krijg je het maatschappelijk potentieel van mensen in kaart, dat zou een mooie stap zijn. Dat gaat verder dan alleen de skills en competenties van mensen. Er beginnen interessante initiatieven hiertoe te ontstaan.”
Kunnen, willen, mogen en moeten
“Het is een kwestie van kunnen, willen, mogen en moeten”, zegt Dorenbosch. “Het ‘kunnen’ zit in het bestaan van de mogelijkheid om iets bij te dragen aan de samenleving, buiten de organisatie waar je werkt. Maar ook in of je het kunt opbrengen om iets naast je baan te doen. Het ‘willen’ zit in het echt zien dat je een maatschappelijke bijdrage wilt leveren, ook al doe je maar een klein dingetje. Het ‘mogen’ zit voor een deel aan de werkgeverskant en bij de regelgeving. Dus dat je niet meteen wordt afgestraft door belastingen of te ingewikkelde regelingen die het onmogelijk maken, of dat er onnodig hoge eisen worden gesteld. Het ‘moeten’ is de urgentie voelen, dat we als samenleving een probleem hebben en dat we ons best moeten doen voor de kwetsbare voorzieningen en sectoren.”
“Naast een skill-based keuze zal dit vooral een ‘will-based’ keuze moeten zijn, vanuit de motivatie voor het breder belang.”
“Wij zijn een idee-platform, een fonds dat het idee van ‘Werken in breder belang’ weer actueel wil maken en vooruit wil duwen. We nodigen iedereen uit om mee te denken en mee te doen. We gaan ons best doen om iedereen bij elkaar te brengen. Het is een economisch belangrijk thema, van groot belang voor de samenleving. We moeten dit willen begrijpen. Doen we dat niet, dan is dat een probleem voor de toekomst. Dat een nog groter probleem kan worden als de tekorten op de arbeidsmarkt toenemen en de bereidheid om daar zelf iets aan bij te dragen afneemt.”