Wordt in Nederland het talent van vrouwen voldoende benut? Waar doen zich nog obstakels voor, waar kan het beter? En hoe kunnen we, in een wereld van competitie en nadruk op individuele prestaties, het werk van mannen en vrouwen zo organiseren dat er tijd blijft voor ouderschap, zorg en een leven naast het werk?
Man-vrouwverhoudingen zijn in transitie. Nederland bevindt zich ergens tussen traditionaliteit en moderniteit: een moderne samenleving, maar met een nog onmiskenbare patriarchale onderstroom. Om de economische groei ook in de toekomst mogelijk te maken kunnen we (vrouwelijk) talent niet laten lopen.
Maar hoe staat het met de realiteit van alledag? Een optimaal gebruik van vrouwelijk talent kent nog een aantal obstakels. Op het niveau van de samenleving als geheel, binnen arbeidsorganisaties, binnen huishoudens en binnen mindsets en attituden van personen. Over die obstakels gaat dit boek en over de vraag hoe deze te overwinnen. Dit boek wil zich niet tot analyses beperken, maar geeft aan het eind van ieder hoofdstuk praktische adviezen hoe het beter kan.
Anneke van Doorne-Huiskes werd in 1988 aan de toenmalige Landbouw Universiteit Wageningen benoemd als bijzonder hoogleraar Vrouwen in arbeidsorganisaties. Van 1991 tot 2002 was zij hoogleraar Arbeid, Organisatie en Emancipatie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en van 2002 tot 2006 hoogleraar Sociologie aan de Universiteit Utrecht. Zij is één van de oprichters van VanDoorneHuiskes en partners, een onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van arbeidsmarkt- en personele vraagstukken (1987). Zij is onder meer lid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO).