Er heeft zich de afgelopen decennia een groot aantal veranderingen in en rondom arbeid voorgedaan. Een belangrijke verandering overgang van een industriële samenleving naar een kennisintensieve, dienstverlenende economie die zich ook in de toekomst verder zal doorzetten. Veel potentie tot vernieuwing ligt bij de medewerkers die in hun contacten buiten de organisatie zicht hebben op veranderende klantvragen. Maar dan moeten ze wel bereid zijn om meer te doen dan de strikte uitoefening van hun functie. Moderne arbeidsorganisaties hebben hierdoor behoefte aan intrinsiek gemotiveerde, “bevlogen” medewerkers.
Achtergrond
Motivatie is geen statisch gegeven, maar ontstaat in wisselwerking tussen de persoon en de arbeidssituatie. Meer recent ontwikkelde motivatietheorieën, zoals de Social Cognitive Theory, de Broaden & Build Theory en de Conservation of Resources Theory gaan nadrukkelijk uit van zo’n dynamische visie op motivatie. Gemeenschappelijk aan deze benaderingen is dat ze een wederkerige relatie veronderstellen tussen de (arbeids)situatie en de persoon. Recent onderzoek, onder andere aan de Universiteit Utrecht, heeft laten zien dat energiebonnen (bijvoorbeeld autonomie en sociale steun op het werk) via intrinsieke motivatie (bevlogenheid) leiden tot allerlei positieve uitkomsten (betere arbeidsprestaties, minder ziekteverzuim en een sterkere binding aan de organisatie). Op hun beurt leiden deze positieve uitkomsten weer tot meer energiebronnen en een sterkere motivatie, enzovoorts, waarmee er dus sprake is van een opwaartse spiraal.
Er blijken twee elementen van doorslaggevend belang te zijn bij een dergelijke spiraal.
- Het stellen en behalen van doelen De Social Cognitive Theory gaat er van uit dat het stellen en vervolgens behalen van belangrijke persoonlijke doelen een sterk motivationeel effect heeft.
- Het ervaren van positieve emoties: Volgens de Broaden & Build Theory leiden positieve emoties er toe dat mensen hun denk- en handelingsrepertoire (op het werk) verbreden en tevens nieuwe energiebronnen aanboren of opbouwen.
Doelstelling
Het project beoogt een e-trainingsprogramma te ontwikkelen voor werknemers met als doel om hun intrinsieke arbeidsmotivatie te verhogen.
Aanpak
Ontwikkeling van een evidence-based e-trainingprogramma. Het e-trainingsprogramma is opgebouwd uit drie delen:
- doelen stellen;
- vergroten van de weerbaarheid;
- positieve emoties genereren
Na de ontwikkeling wordt het programma geïmplementeerd bij enkele bedrijven c.q. klanten van Schouten & Nelissen en worden toegepast door deelnemers van de algemeen toegankelijke website “Hart en Ziel” (www.hartenziel.nl). Er is zowel bij de bedrijven als bij De Volkskrant sprake van een experimentele groep die het e-trainingsprogramma volgt en een controlegroep die dat (nog) niet doet. Voorafgaand en na afloop wordt bij iedereen een vragenlijst afgenomen waarin de psychologische aspecten centraal staan waar het e-programma zich op richt, te weten intrinsieke motivatie (“bevlogenheid”), eigeneffectiviteit, positieve emoties, en optimisme. Door de scores op de vragenlijsten van de interventie- en de controlegroep met elkaar te vergelijken kan worden vastgesteld of er sprake is van een toename van de motivatie en van het in gang zetten van een opwaartse motivationele spiraal.
Resultaten
Het voorgestelde project levert een wetenschappelijk geëvalueerd, en dus naar verwachting evidence-based, e-trainingsprogramma op dat vrij beschikbaar zal zijn via – bij voorkeur – meerdere publieke websites. Wij zijn met De Volkskrant in gesprek om te onderzoeken of dit programma op hun voor iedereen vrij toegankelijke website Hart en Ziel geplaatst kan worden. Ook andere, vrij toegankelijke online kanalen kunnen worden gebruikt om het e-trainingsprogramma aan te beiden. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan de website www. loopbaan.nl. Kern is dat het programma vrij beschikbaar komt. Ook wordt het mogelijk gemaakt dat bedrijven, die beschikken over de juiste software de inhoud van het e-trainingsprogramma kunnen downloaden. De resultaten van de effectstudie worden gepubliceerd in een wetenschappelijk artikel dat onderdeel van een dissertatie zal zijn.